Nieuws

berichten

Mobiliteit en de pandemie: pas op voor corona-bijziendheid

7 januari 2021

Vlak voor het kerstreces verscheen de geactualiseerde bevolkingsprognose van het CBS. Daaruit blijkt dat ondanks de coronacrisis de bevolking in 2040 zelfs nog wat hoger ligt dan de raming van 2019 voorspelde. In 2040 telt ons land ruim 19 miljoen inwoners. De impact op mobiliteit mogen we niet onderschatten. We moeten waken voor bijziendheid en ons in verkiezingsjaar 2021 niet laten verblinden door de tijdelijke effecten van de pandemie.

Daarmee willen we niet ontkennen dat corona forse veranderingen teweegbrengt in mobiliteitspatronen. Nu én na het opheffen van de beperkingen. Het ligt voor de hand dat na het grootste gedwongen thuiswerkexperiment ooit, een deel van de mensen met kantoorbanen een of twee dagen per week thuis werkt. Ook ligt het in de rede dat mensen die daartoe in de gelegenheid zijn, eerst thuis hun mail wegwerken, een eerste vergadering doen, en dan pas naar kantoor gaan. Na de spits.

Dat juichen wij toe. Sterker: we pleiten voor een breed gedragen aanpak van Rijk, werkgevers en bonden om deze spreiding van reispatronen vast te houden. Dit soort mogelijkheden om ons mobiliteitssysteem te ontlasten, moeten we aangrijpen.

Twee misvattingen horen wij echter te vaak terug in de huidige discussies over mobiliteit. Daarbij zien we dat de korte en lange termijn ten onrechte door elkaar gehaald worden.

Ten eerste: nu we zoveel ervaring hebben met thuiswerken, zijn er voorlopig geen capaciteitsproblemen. Dat is een misvatting. We drukken hooguit voor één of enkele jaren de pauzeknop in als het gaat om groei. Het is een smaldeel van de werknemers dat überhaupt thuis kan werken, een kwart tot een derde. Politiemensen, zorgmedewerkers en leraren zijn vaak afhankelijk van OV of auto om op hun werk te komen. Daarnaast zullen degenen die dat kunnen, niet de hele week thuiswerken. De behoefte om elkaar fysiek weer te zien, is overal merkbaar.

Bovendien zijn er ook verkeersstromen die juist toenemen door de pandemie en mogelijk na het opheffen van de beperkingen op een hoger volume blijven dan voorheen. Denk daarbij aan de forse toename van het aantal online bestellingen en de bijbehorende groei van het thuisbezorgen van spullen en maaltijden. Maar ook aan fietsverkeer.

Deze pauzeknop moeten we benutten om investeringsbeslissingen te nemen, want de capaciteitsproblemen voor personen- en goederenvervoer komen sneller terug dan veelal gedacht. De geactualiseerde bevolkingsprognose toont dit nog eens aan: er komen in Nederland ruim 1,6 miljoen mensen bij tot 2040. En het kabinet zet in op een woningproductie van 1 miljoen tot 2030. Dit zijn massieve opgaven. Voor de reizigersaantallen pre-corona geldt: binnen enkele jaren is het erop en erover. Recente ramingen van het KiM onderschrijven dit.

Ten tweede: uit cijfers van makelaars wordt regelmatig ten onrechte de conclusie getrokken dat de regio meer in zwang raakt en dat dit tot een leegloop van de stad leidt. Ook dat is een misvatting. Ook hier wijzen we op de bevolkingsprognose. Om 1,6 miljoen extra mensen te huisvesten, zijn stedelijke verdichting én bouwen op nieuwe locaties keihard nodig. In steden, aan de randen van steden én in de regio’s. Allen met een goede infrastructurele ontsluiting. De realiteit wordt geen recht gedaan als er wordt aangenomen dat het één ten koste gaat van het ander.

Onze boodschap is dan ook gelijk aan die van partners als VNO-NCW en Bouwend Nederland: er is méér budget nodig voor mobiliteit. Corona verandert daar niets aan. Achterstanden in beheer en onderhoud zijn groot, er zijn nauwelijks middelen voor broodnodige nieuwe infrastructuur en de verkeersveiligheid staat onder druk. We mogen ons geen rad voor ogen laten draaien door de huidige crisis. Investeringen in weg-, OV-, goederen- en fietsinfrastructuur zijn keihard nodig. Nodig om de ongekende woningbouwopgave te accommoderen, het verdienvermogen van Nederland te versterken, Nederland uit de crisis te helpen en te zorgen dat iedereen in dit land kan meedoen.

Frits van Bruggen (hoofddirecteur ANWB en voorzitter Mobiliteitsalliantie)
Steven van Eijck (voorzitter RAI Vereniging, vice-voorzitter Mobiliteitsalliantie)
Marjan Rintel (president-directeur NS)
Han ten Broeke (voorzitter BOVAG)
Pedro Peters (voorzitter OV-NL)
Elisabeth Post (voorzitter Transport en Logisitek Nederland)
Bertho Eckhardt (voorzitter Koninklijk Nederlands Vervoer)