berichten

‘Met Cycle Hubs pakken we meerdere maatschappelijke uitdagingen tegelijk aan’

19 april 2024

In Nederland worden jaarlijks ongeveer een miljoen nieuwe fietsen verkocht en ronden nauwelijks 200 mensen een mbo-opleiding fietstechnicus af. Een zorgwekkende verhouding. Zeker nu de rol van de fiets binnen de mobiliteitsketen alleen maar belangrijker wordt. Tegelijk zijn er nog steeds veel Nederlanders die om uiteenlopende redenen niet kunnen fietsen. De ‘Cycle Hub’ biedt hiervoor een veelzijdige oplossing.

Utrecht

Over het belang van de fiets is in Nederland nauwelijks discussie. Fietsen levert een essentiële bijdrage aan de verduurzamings- en de verstedelijkingsopgave en zorgt voor gezondheid, kansengelijkheid en vrijheid. Geen wonder dat de fiets een steeds centralere rol krijgt in het mobiliteitsbeleid van de overheid. Maar terwijl er relatief veel geld naar de infrastructuur voor de fiets gaat, lijken de fiets en de fietser zelf weleens te worden vergeten.

“Nederland heeft meer fietsen dan mensen”, weet Maarten Mastop, branchemanager BOVAG Fietsbedrijven. “Toch heeft van alle Nederlanders vanaf zes jaar oud twaalf procent op dit moment geen fiets. Ruim twintig procent van de mensen fietst nooit of bijna nooit. Een deel hiervan, onder wie kinderen, heeft moeite om het fietsen zich eigen te maken. Bijvoorbeeld omdat ze nooit geleerd hebben om te fietsen van hun ouders of omdat ze een fiets en het onderhoud ervan niet kunnen betalen.”

City Deal

Om meer mensen de mogelijkheid te geven om te fietsen, is in november 2023 de City Deal ‘Fietsen voor iedereen’ van start gegaan. Ook BOVAG doet mee. “Via deze City Deal willen we onze bijdrage leveren aan een optimaal fietsklimaat”, zegt Maarten. “Daarbij kijken we als BOVAG ook naar de rol van opleiding. Onze leden staan namelijk te springen om goede vakmensen. Daarom kiezen we er bewust voor bij deze City Deal ook de Tweewieler Academy te betrekken.”

De Tweewieler Academy is de grootste opleider in fietstechniek in Nederland en onderdeel van Innovam. Deze onderneming is ooit opgericht door een oud-bestuurder van BOVAG, vanuit de visie dat een branche zelf moet zorgen voor vakmanschap. “Toen we 15 jaar geleden van start gingen met de Tweewieler Academy richtten we ons vooral op bijscholing en losse cursussen”, vertelt Robbert Jan van den Berg van de Tweewieler Academy. “Maar mede door het enorme tekort aan gekwalificeerd personeel, verschuift de focus naar instroom en zijinstroom. We komen steeds meer handjes tekort. De mensen die wél fietsen, doen dat namelijk steeds meer op een elektrische fiets.”

En ook daarbij is sprake van een onderschat probleem, ziet Robbert Jan. “Omdat de aanschafprijs en het gebruik van een e-bike relatief hoog is, zijn de mensen ook bereid meer geld uit te geven aan preventief onderhoud. Dat is op zichzelf positief, maar dan moeten er wel mensen zijn die dat onderhoud kunnen uitvoeren.” Helaas is de animo van jongeren voor een vakopleiding heel beperkt, ziet Robbert Jan. “Voor veel jongeren spreekt bijvoorbeeld autotechniek veel meer tot de verbeelding. De instroom van nieuwe vakmensen loopt al jaren terug. En dat terwijl vakmanschap steeds belangrijker wordt. Als het bijvoorbeeld gaat om accutechniek, kun je eigenlijk niet meer zonder een goede vakopleiding.”

Weinig animo

Om toch aan voldoende goede mensen te komen, deed de Tweewieler Academy de afgelopen jaren diverse projecten op het vlak van re-integratie en zij-instroom. Die ontwikkeling kwam in een stroomversnelling door een project in Zeeland. “Toen de dichtstbijzijnde mbo-school besloot te stoppen met de opleiding fietstechniek, zijn we samen met een aantal fietsondernemers en een re-integratiespecialist een lokale opleidingslocatie gestart, waarbij we vanuit Innovam de uitvoering van het mbo-onderwijs overnamen. Dat bleek heel succesvol. Mensen in een uitkeringssituatie konden er in een veilige omgeving en in hun eigen tempo het vak leren.”

Dit project kreeg vaste vorm in het concept Cycle Hub: een regionale opleidingslocatie waar mensen – al dan niet vanuit een uitkeringsinstantie – in gemiddeld vier maanden worden opgeleid tot Branchemedewerker fietstechniek. “Het niveau van deze opleiding ligt net iets onder dat van een mbo-opleiding Fietstechniek (niveau 2). In 23 lesdagen leggen we een goede basis. Van daaruit kunnen mensen de stap naar betaald werk zetten. Uiteraard zijn zij nog geen volleerd fietstechnicus. Daarom hebben ze in de Cycle Hub ook de mogelijkheid om de mbo-opleiding te volgen.”

Ook in de verkorte opleiding volgen leerlingen de werkprocessen die gebruikelijk zijn in het bedrijfsleven, inclusief bijvoorbeeld de BOVAG-checklist. “Dit maakt de afstand tot de arbeidsmarkt zo klein mogelijk.”

Efficiënt gebruik van faciliteiten

In Cycle Hubs vormt leren en loopbaanontwikkeling de rode draad. Er worden bijvoorbeeld ook reguliere mbo-opleidingen aangeboden en snuffelstages voor basisschoolleerlingen. “Daardoor maken we efficiënt gebruik van de beschikbare faciliteiten, zoals fietstakels of specialistisch gereedschap. Dat delen van voorzieningen is een belangrijk voordeel van een centrale hub. Ook hebben we er de mogelijkheid om lokale fietsactiviteiten onder te brengen. Denk aan fietsverhuur, informatiepunten met fietsroutes of een fietscafé. Dit soort ontmoetingspunten zijn interessante plekken waar we graag leerlingen bij betrekken. Ze kunnen er ervaring opdoen met klantcontact. Want sls je in een fietsenzaak gaat werken, hoort klantcontact in veel situaties bij je werk.”

Om mensen het vak te kunnen leren zijn er wel fietsen met gebreken nodig. En daar is geen gebrek aan, weet Robbert Jan. “Veel gemeenten kampen met een groot overschot aan ‘weesfietsen’ (zie kader). Met een goede opknapbeurt kunnen die vaak nog prima een tweede leven krijgen. De Cycle Hubs kunnen daarvoor als innamepunt fungeren. Voor weesfietsen, maar bijvoorbeeld ook voor de fietsen uit het Kinderfietsenplan van de ANWB. Die fietsen worden vervolgens ingezet om het vak te leren én dragen bij aan de circulaire gedachte. Idealiter geven we de opgeknapte fietsen vervolgens ook nog een BOVAG-kwaliteitslabel. En laten we de uitgifte via de Cycle Hub lopen.”

Het mooie is volgens Robbert Jan dat de Cycle Hubs daarmee geen concurrenten, maar juist een aanvulling zijn op de BOVAG-fietsenwinkels. “Waar zij zich steeds meer op het duurdere segment richten, zitten wij met onze fietsen meer op Marktplaats-niveau. En we zorgen voor instroom van gemotiveerde vakmensen. Mét praktijkervaring.”

Initiatieven meer bundelen

De ambitie van Robbert Jan is dat de Cycle Hubs uitgroeien tot ‘etalage’ van de tweewielerbranche. Inmiddels zijn er locaties in Zeeland, Utrecht, Roermond en Amsterdam en worden er gesprekken gevoerd met diverse andere gemeenten. “In die gesprekken benadruk ik telkens hoe belangrijk het is om vanuit een hub te denken. Door het hele land zijn er nu zó veel verschillende initiatieven die zich richten op het hebben van een fiets en het kunnen fietsen. Als we die meer gaan bundelen, worden we veel efficiënter. En kunnen we veel beter bijdragen aan de maatschappelijke uitdagingen waar we voor staan.”

 


Mobiliteitsalliantie in de City Deal Fiets

In City Deals werken overheidsorganisaties, private partijen en andere organisaties samen aan maatschappelijke doelen. Naast BOVAG/Innovam, doen ook twee andere leden van de Mobiliteitsalliantie mee aan de City Deal ‘Fietsen voor Iedereen’.

  • ANWB adviseert gemeenten onder andere bij de implementatie van haar Kinderfietsenplan en wil via gemeenten proberen aan meer kwalitatief goede fietsen komen.
  • Fietsersbond wil samen met gemeenten en provincies nieuwe vrijwilligers activeren en fietslessen verzorgen.

De kracht van de City Deal zit vooral in de publiek-private samenwerking: via gemeenten kan het succes van bestaande initiatieven verder worden vergroot.

Lees hier meer over de City Deal


 


‘Beste aanpak van weesfietsen is om ontstaan ervan te voorkomen’

Utrecht is een echte fietsstad. Volgens de Global Bicycle Cities Index zelfs de beste fietsstad ter wereld. Het grote aantal fietsen binnen de gemeente heeft echter ook schaduwkanten, weet Niek Verlaan, beleidsadviseur gedrag bij de afdeling Mobiliteit. Hij vertelt hoe Cycle Hubs kunnen bijdragen aan het tegengaan van weesfietsen.

Hoe gaan jullie in Utrecht om met weesfietsen?

“Overal staan fietsen geparkeerd, soms ook op onveilige of onhandige plekken, en soms ook zonder eigenaar. Geregeld doen we daarom opruimacties om weesfietsen weg te halen. Zo maken we weer plek voor fietsen die wel een eigenaar hebben. We hebben een overeenkomst afgesloten met een opkoper die alle door ons aangeboden fietsen overneemt. Zo voorkomen we dat we met een hoop fietsen blijven zitten en het depot vol loopt. Want de aantallen zijn echt heel groot.”

 

Hoe gaan jullie met deze uitdaging om?

“De beste aanpak is het ontstaan van weesfietsen voorkomen. Als mensen een oude of kapotte fiets over hebben, kunnen zij die daarom in Utrecht inleveren bij het FietsInleverPunt (FIP). De fietsen komen vervolgens ten goede aan de Fietsdeal (niet te verwarren met de City Deal, red.). Door de Fietsdeal kunnen Utrechtse minima voor 30 euro een opgeknapte tweedehands fiets kopen, inclusief een jaar lang onderhoud. Met de Fietsdeal helpen we mensen om vaker te fietsen. Want om allerlei redenen is het voor veel mensen nog steeds geen gewoonte om te fietsen.”

Welke rol kan de Cycle Hub hierin spelen?

“De samenwerking die daar plaatsvindt levert een belangrijke bijdrage aan de Fietsdeal. Het meeste werk wordt gedaan door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt: zij kunnen het vak van fietsenmaker leren en tegelijk uitvoeren in de praktijk. Zo dragen we samen bij aan meer mensen die fietsen, circulair gebruik van bestaande fietsen én lokale werkgelegenheid. Een win-win-win! Met de landelijke samenwerking binnen de City Deal willen we dit succes dan ook delen, en de voorlopersrol van Nederland als fietsland verder uitbouwen.”