Duurzaamheid, betaalbaarheid en bereikbaarheid zijn belangrijke thema’s binnen mobiliteit. Daarbij zijn we al snel geneigd om vooruit te kijken: hoe moet de toekomst eruitzien? Maar het loont ook om af en toe over de schouder te kijken. Naar waar we vandaan komen. FEHAC, Federatie Historische Automobiel- en Motorfietsclubs, doet dat. De federatie is de belangenbehartiger van ons mobiele erfgoed en weet alles over de geschiedenis van mobiliteit. Voorzitter Stefan Hulman: “Zonder mobiliteit was ons land niet geworden wat het nu is. Die geschiedenis moet bewaard blijven.”
FEHAC – de belangenbehartiger van het mobiele erfgoed – is er niet alleen voor liefhebbers van oude auto’s. Ook bromfietsen, motorfietsen, autobussen, bedrijfsvoertuigen, legervoertuigen, aanhangwagens en tractoren behoren tot het mobiele erfgoed. De leden van de FEHAC zijn verenigingen of stichtingen, die op hun beurt ook weer leden hebben. Met elkaar vertegenwoordigen ze 1,4 miljoen voertuigen die minimaal 30 jaar oud zijn. 200.000 personenauto’s zijn zelfs de 40 gepasseerd. Wat FEHAC betreft horen ze niet thuis in het museum.
Kennis inzetten voor erfgoedregister
FEHAC pleit ervoor dat klassiekers blijven rijden, zodat het publiek ze kan zien. “Mensen draaien hun hoofd om als er een mooie, oude auto voorbijrijdt. We willen het enthousiasme en de glinstering in de ogen van de kinderen zien.” Daar draagt Hulman zelf aan bij met zijn zwarte Porsche 944: “Dit is de laagste Porsche die ooit is gemaakt. Mijn voorganger noemt mijn auto liefkozend een platte kever.”
“Alle clubs die zijn aangesloten bij FEHAC hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om het mobiele erfgoed te behouden en verstandig te gebruiken.” De leden van FEHAC hebben een hoop kennis in huis en zetten die in om samen met het RDW een erfgoedregister op te bouwen. “Dit register wordt een beleidsinstrument dat helpt om erfgoedbeleid vorm te geven. Alle verhalen, foto’s, kennis moeten er terug te vinden zijn. Het kentekenregister vormt de basis voor het register en daarin staan fouten. Denk aan verkeerde merknamen en onjuiste eerste data van toelating. De eerste stap is dat onze leden die fouten eruit gaan filteren.”
Minder uitstoot dankzij Klassieker Inspectie en e-fuel
De geschiedenis vastleggen is belangrijk, maar de nadruk binnen FEHAC ligt vooral op onderhoud. “We roepen onze leden op om de voertuigen goed te onderhouden, want dan kunnen ze blijven rijden. Een goed onderhouden auto stoot tenslotte minder uit.” Auto’s die minimaal 50 jaar oud zijn, zijn niet meer apk-plichtig. Om bezitters te helpen hun auto’s in goede vorm te houden, hebben BOVAG, FEHAC en KNAC de Vrijwillige Klassieker Inspectie (VKI) in het leven geroepen. “De VKI is begin vorig jaar gelanceerd en veel mensen maken er al gebruik van. Dat is fijn, want het draagt bij aan veiligheid én aan het terugdringen van verbruik. Door de expertise van de technische commissies van de clubs hierbij in te schakelen, blijft de kennis van de oude technieken behouden.”
Daarnaast stimuleert FEHAC haar leden om de uitstoot te verlagen door e-fuel te gebruiken. Deze synthetische brandstof wordt gewonnen uit wind- en zonne-energie. E-fuel is zo goed als CO2-neutraal. “Deze brandstof is flink aan de prijs, zo’n €4,50 per liter op het moment, maar het is écht beter voor het milieu. Daar vragen we graag aandacht voor bij onze leden”, benadrukt Hulman.
Vervoersvormen van nu toekomstig erfgoed
FEHAC is lid van de Mobiliteitsalliantie en vindt de andere leden in meer thema’s dan alleen duurzaamheid. Ook het oplossen van files is een belangrijk punt voor de belangenbehartiger van mobiel erfgoed. “De doorstroom op wegen is nu niet goed genoeg en er ontstaan regelmatig files. Het is fijn dat de Mobiliteitsalliantie hier regelmatig gesprekken over voert. Want het is in het belang van onze leden, die graag toeren met hun mooie klassieker, dat verkeer goed op elkaar is afgestemd en lekker doorrijdt. Zo kunnen onze leden genieten van het mobiele erfgoed, samen met alle mensen die hun voertuigen voorbij zien rijden.”
Het doel van FEHAC is het behouden van het mobiele erfgoed, nu en in de toekomst. “De mobiliteitsvisie verandert. Vroeger had je de eigen auto en het openbaar vervoer”, zegt Hulman. Dat is nu wel anders; er ontstaat overlap en er zijn anno 2024 vervoersvormen die niet strikt privé-vervoer en niet ov zijn. Denk aan car sharing of de trein pakken en dan het laatste stukje op de OV-fiets afleggen. “Wij richten ons op voertuigen van 30 jaar en ouder. Het mooie is dat de nieuwe vervoersvormen van nu, over 30 jaar zelf een verhaal vertellen; het is ons toekomstige erfgoed.”