Waar vervoersstromen dun zijn
Waar vervoersstromen dunner zijn – en dat kan zijn in gebieden waar de bevolkingsdichtheid laag is, maar ook binnenstedelijke agglomeraties – voldoen de traditionele ov-diensten niet langer. In deze regio’s moet op een klantgerichte en efficiënte manier in de mobiliteitsbehoefte worden voorzien en moet tenminste het huidige kwaliteitsniveau in stand worden gehouden.
Van wachten bij opstappunt naar vervoer op maat
In plaats van bij een opstappunt langs te route te wachten op een vervoersmiddel dat rijdt volgens een dienstregeling, wordt hier en daar al geëxperimenteerd met vraaggestuurd vervoer. De reiziger geeft reisdoel en gewenste vertrek- of aankomsttijden op aan een vervoerder, die daarmee een ritplanning maakt en de reiziger bedient.
Geen oude schoenen weggooien voordat de nieuwe zijn gekocht
Herziening van de taakverdeling tussen ov-lijndiensten en vraaggestuurde vervoerssystemen zal zorgvuldig moeten worden gepland en uitgevoerd, om te voorkomen dat er ov-verbindingen wegvallen zonder dat daarvoor een ander vervoerssysteem in te plaats komt, dat voldoet aan de eisen van toegankelijkheid, betaalbaarheid en samenhang met het ov-netwerk.
Soms blijken buurtbussen, deeltaxi’s of soortgelijke concepten een oplossing te zijn. Ook het aanbod van deelauto’s vormt onderdeel van een collectief vervoerssysteem, zeker wanneer deze voertuigen op termijn automatisch zouden kunnen rijden.
Financiering op basis van individu
Omwille van efficiëntie en maximale klantvriendelijkheid moet daarbij ook worden bekeken hoe meerdere vervoersstromen – openbaar vervoer en doelgroepenvervoer – gecombineerd kunnen worden. Wanneer vraaggestuurde systemen de bestaande ov-lijndiensten vervangen, ontstaat ook de behoefte om de financiering van het systeem opnieuw in te richten. Vergoedingen voor openbaar vervoer en doelgroepenvervoer kunnen worden gebundeld.
De komende regeerperiode
In de komende regeerperiode moeten experimenten worden uitgevoerd met de bovengenoemde herinrichting in gebieden met dunne vervoersstromen, waarbij ook een andere financiering wordt beproefd. Dit betekent een ontschotting van de gescheiden financieringsstromen voor de exploitatie van regionaal openbaar vervoer en het doelgroepenvervoer. Dit vereist dat voorwaarden moeten worden opgesteld voor het al dan niet gesubsidieerd beschikbaar stellen van mobiliteitsdiensten aan individuele reizigers in regio’s waar geen lijndiensten meer worden uitgevoerd.