“Waar mensen wonen en werken, zijn spullen nodig”, aldus Elisabeth Post, bestuursvoorzitter van Transport en Logistiek Nederland (TLN). Dat lijkt een open deur; natuurlijk hebben we meubels, kleding en boodschappen nodig. Maar die goederen moeten ergens vandaan komen. Met vrachtwagens bevoorraden we winkels. En het afval dat mensen voortbrengen, halen we met vuilniswagens op. Als we wonen en werken dichter bij elkaar brengen, maken we minder kilometers naar winkels en werk. Dat is goed voor het milieu én het gevoel van veiligheid.”
Post houdt – als voorzitter van de branchevereniging voor transport- en logistieke ondernemers – een kruistocht. “Wonen en werk zijn vaak gescheiden. Op de ene plek staan woningen, op de andere kantoren en aan de rand van de stad bevinden zich industriegebieden. Ik ben ervan overtuigd dat we, waar het kan, die drie meer moeten combineren.”
Gebieden anders inrichten
Post neemt ons mee in de cijfers: “53% van de oppervlakte van Nederland wordt gebruikt voor agrarische doeleinden. Water en natuur bestrijken 34%. En de resterende 13% is voor wonen, werken en infrastructuur. Dat laatste wordt niet heel veel meer. De hoeveelheid grond die voor de agrarische sector nodig is, zal niet afnemen en ook de natuurgebieden zie ik niet snel kleiner worden. Met onze groeiende bevolking zullen we dus met die 13% in de toekomst veel slimmer moeten omgaan.
Winkels en woningen staan nu regelmatig bij elkaar in de buurt, dat geldt niet voor bedrijventerreinen en industriegebieden. Daar is nog veel te winnen, vooral door multifunctioneel grondgebruik: meer functies op dezelfde vierkante meter. En door op plekken waar dat kan bedrijvigheid en wonen te combineren, hoef je minder kilometers te maken; dat is beter voor het milieu. Bovendien bevordert dit zowel de objectieve veiligheid als het subjectieve veiligheidsgevoel. Je voelt je veiliger als er reuring in de omgeving is en als er reuring is, is de sociale controle groter. Een win-win-win dus.” Post noemt als voorbeeld de omgeving waarin het TLN-kantoor in Zoetermeer staat. “Je kunt hier een kanon afschieten na werktijd. Het voelt en is niet altijd even veilig als het zo stil is.”
Om de omslag te maken naar een meer diverse gebiedsinrichting, is de overheid nodig. In de basis draait ook gebiedsinrichting uiteindelijk om geld. “Weiland en tot op zekere hoogte ook oude bedrijventerreinen omzetten naar woningen levert het meeste geld op. Aangewakkerd door de hoge woningnood, zetten projectontwikkelaars daar dan ook het liefste op in. Mijn zorg is dat oude bedrijfspanden vooral worden omgeturnd tot woonruimte. Maar juist de combinatie van wonen en werken houdt onze leefomgeving dynamisch en leefbaar. Bovendien, als je de bedrijven weghaalt en alleen kiest voor woningen, dan moeten mensen voor hun inkopen altijd buiten hun eigen stad, dorp of wijk zijn. Daarmee maken ze kilometers en dat is slecht voor onze ecologische voetafdruk. De overheid moet stimuleren en faciliteren dat woningen, winkels én bedrijvigheid in de bouwplannen van projectontwikkelaars terechtkomen.”
Verduurzaming van transport en logistiek
Over het milieu gesproken: “Verduurzaming is een belangrijk onderwerp van gesprek binnen de Mobiliteitsalliantie, waar TLN lid van is. Het is een groot thema voor transport en logistiek, want we staan aan de vooravond van de invoering van zero emissiezones in steden.”
De vraag is of vrachtwagens nog wel in steden kunnen komen. Zo ja, dan is er door de zero emissiezones op enig moment de verplichting om over te stappen op een emissieloos voertuig. In die zones zijn dieselvrachtauto’s vanaf een bepaald moment immers niet meer welkom. Hoe belangrijk duurzaamheid ook is, daar is ook een kostenplaatje aan verbonden: een elektrische vrachtwagen is 3 keer zo duur als een dieselwagen en een waterstofauto is zelfs 7 keer zo duur. “Stap jij over en wil je de kosten voor je nieuwe wagen doorrekenen aan je klanten, dan ben je ineens fors duurder dan je buurman die geen duurzame keuze maakt. En veel opdrachtgevers zijn er nog niet zo happig op om meer te gaan betalen voor duurzaam transport en duurzame logistiek. Het maken van die duurzaamheidsslag is dan wel ontzettend ingewikkeld in een sector waarin het speelveld al enorm ongelijk is.”
Afwegingen in verduurzamingsslag
TLN probeert ondernemers zoveel mogelijk te helpen, bijvoorbeeld door tools aan te bieden. Die helpen ondernemers te berekenen of het goed is om nu over te stappen van dieselwagens naar elektrische wagens of wagens op waterstof, of dat het financieel voordeliger is om nog een jaar te wachten. “Het werk moet er namelijk wel geschikt voor zijn”, legt Post uit. “Voor de buitenwereld is een vrachtwagen waarschijnlijk een vrachtwagen, maar er zijn zo ontzettend veel verschillen. Een auto die melk ophaalt, wordt 24/7 gebruikt en is veel op de weg. Ben je verhuizer, dan is je primaire proces dozen en meubels in- en uitladen. Je gebruikt een vrachtwagen voor melkvervoer veel intensiever dan een voor verhuizingen en dat levert een ander businessmodel op en dus een andere afweging bij het investeren in een verduurzamingsslag.”
Post hoopt dat het nieuwe kabinet consistent blijft en niet aan de gemaakte afspraken gaat morrelen. “Terugkomend op het voorbeeld van de verhuiswagen, die gaat 16 jaar mee. Een ondernemer die nu een nieuwe koopt, doet dat met het oog op 16 jaar toekomst. Veranderen de regels, dan hebben ondernemers daar nog 15 jaar last van. Voor het vertrouwen in de politiek zou het goed zijn als ze nu eens zouden stoppen met het veranderen van de spelregels tijdens de wedstrijd.” Fijntjes: “En daar heeft niet alleen onze sector baat bij.”