De ANWB wil actief bijdragen aan een duurzame ontwikkeling van de samenleving. En als mobiliteit dan in de kern van al je activiteiten zit, hoor je een vooruitstrevend mobiliteitsbeleid voor eigen medewerkers te hebben, zo vindt het lid van de Mobiliteitsalliantie. Twee jaar na de invoering van een compleet nieuw beleid maken we de balans op met Manager Compensation Benefits Jan Jaap Krijtenburg. “Het is vooral belangrijk dat je keuzes bij je eigen organisatie en visie passen.”
De ANWB is een vereniging met een bijzondere mix van activiteiten: van hulpverlening tot verzekeren en van reizen aanbieden tot detailhandel. Al die organisatieonderdelen hebben een duidelijke gemene deler: mobiliteit. Toch moest de organisatie een paar jaar geleden vaststellen dat juist het eigen mobiliteitsbeleid niet meer van deze tijd was. Medewerkers kregen traditionele vaste vergoedingen en hadden weinig keuzevrijheid. Jan Jaap Krijtenburg: “Toen we er het er eenmaal over eens waren dat er iets moest gebeuren, kregen we van de directie de ruimte om iets heel nieuws te bedenken. Vanuit de gedachte ‘practice what you preach’ werd het onze ambitie om een koploper te worden op het gebied van mobiliteitsbeleid.”
Drie pijlers
Wat volgde was een intensief traject en veel brainstorms in de hele organisatie: van HR en finance tot de ondernemingsraad en de specialisten op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ook werd een externe partner betrokken met brede kennis over mobiliteitsbeleid. “Een belangrijke stap was het bepalen van drie pijlers om alle keuzes binnen ons mobiliteitsbeleid aan te toetsen.”
1) Bijdragen aan ‘Triple Zero’ (0 verkeersdoden, 0 files en 0 CO2-uitstoot)
2) Medewerkerswensen: flexibiliteit, keuzevrijheid en een redelijke vergoeding
3) Betaalbaarheid en uitlegbaarheid
De keuze voor deze drie pijlers zorgde volgens Jan Jaap voor een compleet andere benadering van het mobiliteitsbeleid. “Voorheen ging de aandacht vooral naar de hoogte van vergoedingen, die heel divers en niet goed uitlegbaar waren. Met deze nieuwe pijlers ontstond ruimte om heel andere afwegingen te maken, die beter passen bij onze organisatie en visie.” De pijlers leidden onder meer tot het uitgangspunt dat het aantal daadwerkelijke reisbewegingen voortaan de vergoeding moest bepalen. “We besloten rigoureus te stoppen met alle abonnementen en vaste maandelijkse vergoedingen. In de plaats daarvan krijgen medewerkers nu een flexibele vergoeding per dag. Of ze nu met auto, het OV, de fiets of lopend naar werk gaan. Bovendien is het mogelijk om verschillende vervoersmiddelen op een dag te gebruiken en krijgen ook thuiswerkers een onbelaste vergoeding van 2,15 euro per dag. Op deze manier worden onze medewerkers aangemoedigd dagelijks een keuze te maken of en zo ja, hoe zij naar hun werk gaan.”
Auto wordt niet uitgesloten
Het nieuwe beleid is niet alleen eerlijker en logischer, maar levert ook een belangrijke bijdrage aan de duurzame ambities van de ANWB. Toch wordt de auto bewust niet uitgesloten. “Een flink aantal wegenwachten werkt op locaties en/of tijdstippen die moeilijk met het OV of de fiets te bereiken zijn. Ook brengen sommige medewerkers bijvoorbeeld hun kinderen naar school met de auto en rijden dan door naar werk. We ‘verbieden’ dat niet, maar stimuleren de duurzame alternatieven. Zo staat er tegenover fietsen of lopen een vergoeding van 18 cent per kilometer, terwijl een automobilist 15 cent per kilometer vergoed krijgt. En medewerkers die een fiets of elektrische auto willen aanschaffen ontvangen van ons een substantiële aankoopsubsidie.” De grotere keuzevrijheid kon in de hele organisatie op veel enthousiasme rekenen, maar de thuiswerkvergoeding leverde in eerste instantie nog best wat discussie op. “We bespraken deze optie al vóór de coronapandemie. We constateerden met elkaar: de duurzaamste reis is een niet-gemaakte reis. Maar een beloning voor thuiswerken op een dag waarop iemand ook al minder reistijd heeft… dat was toen nog een hele gekke gedachte.” Toch zette de organisatie door. “Toen de coronapandemie begon liepen we ineens voorop met ons beleid. We hebben mee gelobbyd voor een onbelaste thuiswerkvergoeding en onze praktijkervaring kwam daarbij uitstekend van pas. Ons verhaal was een inspiratiebron voor veel werkgevers.”
Steeds meer op de fiets
Vanzelfsprekend zijn andere organisaties ook benieuwd wat nu precies de effecten zijn van het nieuwe beleid. Die zien er na ruim twee jaar goed uit, vertelt Jan Jaap. “Ongeveer twee keer zo veel medewerkers kiezen nu voor het OV en er is ook een verdubbeling van het aantal collega’s dat op de fiets stapt. Concreet betekent dit dat zo’n 40 procent van onze collega’s voor een deel van hun woon-werkverkeer regelmatig de fiets pakt. Daarnaast zijn tot nu toe ongeveer 50 mensen overgestapt op een elektrische auto. Zij spelen een belangrijke rol; ze delen hun ervaringen met elektrisch rijden en stimuleren collega’s om ook duurzame alternatieven te overwegen.” Ondanks het succes van het nieuwe mobiliteitsbeleid van de ANWB zou Jan Jaap andere organisaties niet adviseren hun beleid een op een te kopiëren. “Ontwikkel een beleid dat past bij jouw organisatie. Stel eerst vast wat je visie en uitgangspunten zijn. Dat heeft ons enorm geholpen.” Een tweede tip is om aandacht te besteden aan gedragsverandering. Want je kunt nog zulke goede voorzieningen en regelingen hebben, het is de medewerker die uiteindelijk kiest. “We hebben bijvoorbeeld een ‘probeerpool’ voor elektrische fietsen en organiseren diverse challenges. Denk aan deelname aan de landelijke fiets naar je werkdag, maar ook aan het delen van mooie fietsroutes naar het werk via ons intranet.”
Nieuwe initiatieven
Waar de ANWB lang wat achterliep met haar mobiliteitsbeleid, is ze nu weer de koploper die ze wil zijn. En is het nieuwe mobiliteitsbeleid een inspiratie voor vele anderen. “Preach what we practice”, zeggen we nu. En we willen voorop blijven lopen. Daarom hebben we de afgelopen twee jaar al weer diverse nieuwe initiatieven genomen. Sinds kort krijgen alle medewerkers bijvoorbeeld jaarlijks een FIT-budget: een bedrag van 700 euro bruto dat ze naar eigen inzicht mogen besteden aan diverse thema’s, waaronder mobiliteit. Zo kunnen ze ervoor kiezen om eerste klas te reizen of om een ANWB-laadpaal aan te schaffen.” Naast deze onderdelen van ‘Mobiel FIT’ kunnen medewerkers ook kiezen voor opties binnen de thema’s ‘Huis FIT’ of ‘Fysiek FIT’. “Met het thuiswerken kun je dit soort thema’s niet meer los van elkaar zien. Op de fiets naar je werk gaan is niet alleen duurzaam, maar ook gezond. En het verduurzamen van een woning zorgt voor een fijnere werkplek en kan leiden tot minder reisbewegingen en lagere energiekosten. En daarmee ook tot een hoger besteedbaar inkomen. Het zou dan ook mooi zijn als we een bijdrage aan bijvoorbeeld huisisolatie onbelast kunnen betalen. Dan worden we als werkgevers nog meer gestimuleerd om te investeren. Niet alleen in onze medewerkers, maar ook in mobiliteit en duurzaamheid. Want dit soort thema’s zijn wat ons betreft niet meer los van elkaar te zien.”
Het beleid in de praktijk: mentaal én financieel voordelig
De diverse stimulerende maatregelen maken de fiets voor veel ANWB’ers uit de regio een aantrekkelijke optie. Dat geldt bijvoorbeeld voor data engineer Daphne de Wit, werkzaam op het hoofdkantoor in Den Haag. Ze maakte eerder gebruik van een aankoopsubsidie voor een nieuwe fiets en declareert dagelijks haar gemaakte kilometers. “Van mijn woonplaats Voorschoten naar kantoor is het zo’n dertien kilometer. Ik doe er inclusief douchen en omkleden een uurtje over. Als collega’s klagen dat ze in de file stonden, probeer ik ze te overtuigen om ook te fietsen. Ik vind het fijn om zo aan mijn dag te beginnen; je ziet van alles onderweg. De terugweg gebruik ik om mijn hoofd leeg te maken. Alleen bij heel slecht weer pak ik het openbaar vervoer.”
Dit praktijkvoorbeeld laat volgens Jan Jaap goed zien hoe aantrekkelijk de regelingen van de organisatie kunnen uitpakken: “Als je drie keer in de week 13 kilometer fietst – heen en terug – levert dit bij 45 werkweken ruim 600 euro per jaar op. Als je dan ook nog gebruik maakt van de 700 euro bruto uit het FIT-budget en van de renteloze lening, kun je zonder kosten een elektrische fiets van ruim 2.500 euro kopen. Na drie jaar gratis fietsen ga je op de fietsritten verdienen, of kun je eventueel weer een nieuwe fiets aanschaffen.”