In januari bracht ik een werkbezoek aan Parijs. Guillaume Pepy, president-directeur bij de Franse spoorwegen, doet ons de plannen voor Le Grand Paris uit de doeken. Dat omvat de aanleg van snelle lightrailverbindingen van meer dan 200 kilometer. Zonder aarzelen is daar 25 miljard euro voor vrijgemaakt. Mobiliteit, ruimtelijke ordening, werkgelegenheid en duurzaamheid gaan in dat plan hand in hand.
In de verkiezingscampagne is met geen woord gerept over NS en mobiliteit. Dat baart me zorgen. Weinig aandacht voor NS moet niet weinig aandacht betekenen voor de toekomst van de mobiliteit. Want iedereen wil langer, gezonder en in welvaart leven. Dat duurzame en innovatieve mobiliteit daarbij essentieel is, realiseert men zich in andere landen ten volle.
Na zijn presentatie richt Pepy zich tot zijn Nederlandse gasten: ‘En wat zijn uw plannen?’ Ik aarzel. Moet ik hem vertellen dat er geen geld is? En ook geen plan, hoewel de treinen in de spits overvol zijn en de wegen dichtslibben? Ik gooi het over een andere boeg. ‘We bereiden ons voor op een discussie over marktordening’, zeg ik. ‘Daar wordt een studie naar verricht.’ Onze gastheer reageert beleefd. ‘Ah oui, c’est aussi intéressant.’
Mijn ongemakkelijke gevoel neemt toe als ik bedenk dat andere regio’s soortgelijke plannen smeden; in Londen, Frankfurt en het Rijn-Ruhrgebied zijn miljarden uitgetrokken voor mobiliteit. Maar Nederland? Als we zo doorgaan, stevenen we af op een dubbel verkeersinfarct, op het spoor én op de weg. Daarna lossen de problemen zich overigens vanzelf op. Zoals de crisis van 2008 een eind maakte aan de files, zo zal de nieuwe drukte een eind maken aan de economische opleving. Sommige bedrijven leggen het loodje, andere vertrekken naar andere regio’s. Bijvoorbeeld naar Parijs, waar Pepy ze met open armen ontvangt.
Liever een ander scenario? Dan is het nu tijd te investeren in de infrastructuur en de reis van deur tot deur. Idealiter wordt openbaar vervoer iedere dag als betrouwbaar ervaren, met persoonlijke service en ultiem gemak. Je kunt fiets en auto veilig en snel kwijt. Dat klinkt als toekomstmuziek, maar het is te doen, zeker als politici het maakbaarheidsideaal afstoffen en zich realiseren dat alles draait om mobiliteit.
Doorslaggevend wordt of we de samenhang waarborgen. Gestroomlijnd ov vereist een hoge graad van afstemming. Tussen lightrail, sprinters, intercity’s en hsl-treinen en tussen bus-, metro- en trambedrijven. Een naadloze combinatie met de (elektrische) auto is onontbeerlijk. Daarom werkt NS nu in één Mobiliteitsalliantie – met onder meer Transport en Logistiek Nederland, ANWB en de Fietsersbond – samen aan de toekomst van de mobiliteit. De afgelopen jaren hebben we de verantwoordelijkheid opgeknipt en verdeeld onder al die partijen, met een lappendeken en afstemcircus als resultaat. Gaan we zo door, dan verliest Nederland de slag.
Neem in het regeerakkoord op dat we binnen één jaar een Mobiliteitsakkoord sluiten, met een investeringsbudget van ten minste 1 miljard extra per jaar. En dan uitvoeren.
Roger van Boxtel
President-directeur bij de Nederlandse Spoorwegen
Bron: Volkskrant.nl
Elk jaar één miljard erbij voor treinen, bussen én auto’s, zo klinkt de oproep van NS-topman Roger van Boxtel aan de politiek. We stevenen af op een dubbel verkeersinfarct als er niet snel meer geld naar mobiliteit gaat. Maar hoe gaat het met NS zelf? Op 2 april jl. in Buitenhof: Roger van Boxtel, president-directeur van NS. Bekijk hieronder het interview.