Visie & missie

Urgentie

Congestie neemt toe

Alleen al tot 2021 neemt de congestie op het wegennet met 38% toe en daarmee het reistijdverlies. De economische schade is al groot en zal de komende jaren verder toenemen. Tijdens de crisis zijn in het recente verleden -begrijpelijk- omvangrijke bezuinigingen doorgevoerd. De bezuinigingen op mobiliteit (effectief gezien oplopend tot €20 miljard euro vanaf 2010) gaan hun tol eisen nu de economie weer aantrekt.

De bevolking vergrijst en blijft langer mobiel. Jongeren in stedelijke centra hechten minder waarde aan (auto)bezit maar stellen wel hoge eisen aan hun persoonlijke mobiliteit. Voor en tijdens verplaatsingen. Goederen worden steeds meer besteld via internet met als gevolg steeds meer vervoersbewegingen de steden in (en uit).

Alle prognoses wijzen op een groei van personen en goederenvervoer. Bovendien vinden wonen, werken en leven steeds meer plaats in de stedelijke centra. In perifere gebieden is sprake van stabilisatie of krimp. De groei in mobiliteit en bijbehorende vervoersvraag wordt zo nog meer asymmetrisch en zal zich meer gaan concentreren binnen en tussen de grotere stedelijke en economische centra. Anders inrichten van de eerste en de laatste kilometer is onvermijdelijk, ook al omdat de fysieke ruimte voor individuele voertuigen in de stedelijke centra steeds schaarser wordt.

Druk op ruimte neemt toe

Voor het accommoderen van de groei in de periode na 2030 bestaat nog geen reservering. Met een bouwopgave tot mogelijk 1.000.000 nieuwe woningen neemt de druk op de bestaande infrastructuur van steden en op economische centra verder toe.

Druk op openbaar vervoer neemt toe

Ook het openbare vervoer groeide de laatste jaren sterk. Zo nam het treingebruik ondanks de crisis gemiddeld met 2% per jaar toe en steeg het OV gebruik in de steden met meer dan 5% per jaar. De druk op het openbaar vervoer zal door de toenemende congestie op de wegen verder toenemen. Daar waar het druk is, is de rek uit het systeem en de geplande investeringen tot en met 2030 blijken nu al onvoldoende.

De grenzen tussen autobezit en –gebruik, openbaar vervoer, fiets, privaat- en taxivervoer en andere mobiliteitsvormen (carsharing) vervagen. Mobility as a Service (MaaS) zal zijn intrede doen. Het staat voor een transitie in mobiliteit, waarbij de consument mobiliteit inkoopt, in plaats van betaalt voor transportmiddelen. De ontwikkeling van autonome voertuigen zal dit proces van integratie mogelijk versnellen én een nieuwe dimensie geven. Ook de combinatie fiets-trein is populair en blijft groeien. Bijna de helft van alle treinreizigers komt met de fiets naar het station. Er dreigt wel een tekort van 100.000 fietsparkeerplekken in 2030. Dat kunnen we voorkomen door nu te investeren. Het tempo waarin de transitie plaatsvindt, is lastiger te voorspellen. Nú de juiste keuzes maken is echter fundamenteel voor de toekomstvastheid van het systeem, de aanpak van bestaande en te verwachten knelpunten en het leveren van een bijdrage aan de klimaatdoelstellingens

Doelstelling: reductie fijnstof en CO2

Met het Parijse Klimaatakkoord is hier nog een randvoorwaarde bijgekomen: we moeten niet alleen de groei opvangen, de totale CO2 uitstoot moet afnemen en de fijnstof moet worden gereduceerd. Ook de sector Mobiliteit zal haar bijdrage leveren aan de door de Verenigde Naties ontwikkelde ‘Sustainable Development Goals’. Oftewel, we staan voor een enorme opgave. Maar het kan zeker!